AANKRUISEN WAT VAN TOEPASSING IS EN DAN VOORAL KOPEN V


 



Alfred Krans

 

Bij Donner in Rotterdam zag ik een paar intrigerende boeken liggen, die ik maar meteen heb gekocht om ze op mijn gemak te kunnen lezen. In de trein begon ik al met” Oorlogsenthousiasme, Europa 1900-1918” van de historicus Ewoud Kieft. De aanleiding voor de Eerste Wereldoorlog was weliswaar de door toeval geslaagde aanslag op aartshertog Frans Ferdinand, maar het enthousiasme voor een oorlog broeide al veel langer, met name in de culturele elite van avant-gardistische kunstenaars en literatoren en in de vrijgevochten milieus van de alternatieve levenswijzen, die vooral aandacht hadden voor de natuur, seksuele vrijheid en sociale rechtvaardigheid. Al deze groepen verheerlijkten de oorlog als een noodzakelijke omwenteling, die moest zorgen voor een nationale wederopstanding, die de modernisering moest ontdoen van ongewenste neveneffecten. Dat sloot weer aan bij de behoeften van de massa, want het bood hoop en troost en zo werd dat eerst marginale oorlogsenthousiasme een massafenomeen. De syndicalistische theoretici Péguy en Psichari dweepten met het mythische verleden van Frankrijk en jubelden over de helende werking van oorlog. Nou ja, ze stierven al in 1914 aan het front. De futuristen rondom Marinetti hoopten, dat een oorlog de broodnodige vernieuwing zou opleveren, de Italiaanse schilder Ardengo Soffici zag “het bloedbad van de dood” als een esthetisch spektakel, de Britse schrijver Herbert Wells vond, dat de oorlog een moreel principe diende, dat Europa moest bevrijden van autoritaire regimes. De vroegste kiemen van oorlogsenthousiasme vond je al rond 1900 in de alternatieve commune Mont Verità bij het Zwitserse dorp Ascona, waar natuuraanbidders, spiritisten, veganisten, revolutionairen, schrijvers en kunstenaars zich ophielden in een onttoverde wereld. Talrijke bezoekers, zoals Hermann Hesse en zelfs Lenin liepen daar in en uit op zoek naar een spirituele zelfverwerkelijking, occultisme of een politiek radicalisme. Oorlog was een panacee voor maatschappelijke kwalen, die vaak werden veroorzaakt door joden. En dan zijn we al bij het fascisme, dat aansloot bij al deze oorlogszuchtige opvattingen.

Het andere boek is “De ijsballon” van Alec Wilkinson in een vertaling van Ruud van de Plassche. Een huiveringwekkend reisdagboek van drie Zweedse ballonvaarders, die in 1897 met hun waterstofballon honderden kilometers van de bewoonde wereld waren gestrand en honderden kilometers verwijderd van de Noordpool, de magische plek, waar nog nooit iemand was geweest. Vanaf Spitsbergen opgestegen, dachten ze in drie dagen hier naartoe te vliegen. Dat zou deze mannen niet lukken en ook niet om over het ijs terug te keren. Terwijl ze naar het oosten lopen, blijkt de ijsschots waarop ze staan, af te drijven naar het westen. Niemand heeft meer iets van ze gehoord, totdat een walvisvaarder in 1930 bij toeval aanlegde op het ijseiland Kvitoja en de door ijsberen verminkte lichamen terugvond en de dagboeken, waarin de ballonvlucht gedetailleerd was beschreven samen met een camera met negatieven, die nog ontwikkeld konden worden. Wilkinson kreeg deze foto’s toevallig te zien en vroeg zich af wie deze mensen waren en hoe ze daar in the middle of nowhere zijn terecht gekomen, maar ook, wat er van de mens overblijft als er geen hoop op redding meer is en wanneer hij breekt.

Op www.dearchitect.nl het Landscape House gezien van Janjaap Ruijssenaars, het eerste geprinte gebouw ter wereld. Het is al tamelijk gewoon om schoenen, vazen, tafels, stoelen en ander meubilair te printen, maar een compleet gebouw behoorde tot voor kort nog tot de onmogelijkheden. Ruijssenaars van Universe Architecture maakte een ontwerp en gaf het gebouw de vorm van een soort Möbiusband, een gekromde wiskundige figuur die geen onder-of bovenkant en geen buiten-of binnenkant heeft. Vloeren worden geleidelijk plafond en vice versa. Samen met de kunstenaar-wiskundige Rinus Roelofs werkte hij aan de perfectionering van het gebouw en toen ontstond ook het idee om het huis te laten bouwen door een 3D-printer, want die kan naadloos bouwen en een Afbeeldingsresultaat voor Landscape HouseMöbiusband maken. Ze gebruikten daarvoor de gigantische printer van de Italiaanse technicus Enrico Dini van 6 bij 9 meter. Het gebouw is inmiddels klaar, staat in Amsterdam en wordt gebruikt als onderkomen voor tijdelijke exposities.

Nu naar Venezuela. Begin jaren negentig begon de projectontwikkelaar David Brillembourg in Caracas met de bouw van Torre David, een financieel centrum, dat bestaat uit een toren van 209 meter, drie lagere gebouwen en een parkeergarage, maar in 1993 overleed de man plotseling en door de financiële crisis werd de bouw gestaakt.  Veertien jaar later werd het inmiddels geheel onttakelde gebouw gekraakt door een groep mensen, die uit hun illegaal gebouwde huizen waren gezet. Eerst leefden ze in tenten op de vloeren, maar al gauw werden de ruimtes onder elkaar verdeeld en nu wonen er 750 gezinnen. Ze hebben er hun eigen huizen in gebouwd en gezorgd voor water en elektriciteit. Het is een soort gated community geworden met vier bewaakte toegangen en wie er wil wonen, moet lid worden van een coöperatie, die allerlei regels heeft uitgevaardigd. Je mag bijvoorbeeld niet op de bovenste 14 etages van het 43 verdiepingen tellende gebouw wonen, omdat er geen liften zijn en geen balustrades. Op de Architectuur Biënnale in Venetië in 2012 heeft het Venezolaanse architectencollectief Urban-Think het restaurant van de Torre David nagebouwd, waar de bezoekers konden eten, zoals de drieduizend bewoners van de toren dat ook kunnen. De inzending werd bekroond met de Gouden Leeuw voor de beste bijdrage aan de biënnale en er is inmiddels een prachtig boek verschenen: Torre David. Informal vertical communities, met een fotoreportage van de Nederlandse fotograaf Iwan Baan, zeven met plattegronden doorsneden teksten en een stripverhaal.

Begin jaren negentig kwam in Nederland in veel nieuwbouwwijken de jaren-dertigstijl op, die nog steeds populair is, maar nog populairder zijn de echte jaren-dertig huizen, die overal in Nederlandse steden zijn gebouwd in tuindorpachtige wijken. Joost Kingma heeft er een interessant boek over geschreven, “De magie van het jaren ’30 huis”, waarin hij analyseert, waarom deze huizen zo geliefd zijn. De stijl is een mengelmoes van toen nieuwe stijlen met invloeden van Berlage, Lloyd Wright, de Amsterdamse school en het traditionalisme. De huizen hebben vaak grote dakoverstekken, een horizontale geleding van de gevels, mooie overgangen tussen binnen en buiten met serres, luifels en bordessen, schuifdeuren met glas-in-loodramen en houten lambriseringen. Bovendien staan ze op grote kavels in lanen waar grote bomen konden staan. Kingma’s oordeel over de retrostijl van nu is vernietigend: dat is een armoedige herhaling van de echte jaren-dertig stijl, de huizen staan op krappe kavels in benauwde woonwijken, waar al helemaal geen plaats is voor brede lanen met grote bomen en mooie overgangen van binnen naar buiten. Zie de wijk Dierdonk in Helmond en Kloosterveen in Assen.

4x DESIGN

Ontwerpster Christien Meindertsma raakte een paar jaar geleden geïnteresseerd in het bijna vergeten ambacht van touwslaan. Ze bestudeerde de bron van het 16e eeuwse touw, het vlas en ze ging de vezels ervan tot garens spinnen en daarna weven, vlechten, twijnen en knopen tot zeer verrassende lampen. Ze zijn opgenomen in de vaste collectie van het Victoria & Albert Museum in Londen, het MOMA in New York en het Zuiderzeemuseum in Enkhuizen en je kunt ze ook gewoon kopen. Flax light heten ze en zijn verkrijgbaar in 3 varianten. www.christienmeindertsma.com

Het Nederlandse ontwerpbureau SEMdesign ontwierp een fruitschaal uit 128 lagen lichtgewicht en gerecycled golfkarton. Omdat er verschillende hoogteniveaus zijn, lijkt het alsof de schaal altijd vol is. Je kunt hem kant-en-klaar kopen of de handleiding downloaden en hem zelf in elkaar zetten. Dat deed een vriendin van mij, prima gelukt. www.semdesign.nl

Het ontwerpduo Scholten & Baijings heeft een mooie website met veel producten voor de huiskamer, de hal, het kantoor, maar waar ik naar op zoek was, kon ik nergens vinden. Op de designbeurs Salone del Mobile in Milaan stonden ze met de Colour One for Mini en ik vroeg me af, waar die was gebleven en wat ze ermee hebben gedaan. Het is een auto, die is gebaseerd op de BMW Mini, maar volledig is uitgekleed en teruggebracht tot het absolute minimum. In de carrosserie boorden ze 12500 gaatjes voor meer transparantie, aan de binnenkant van de deuren hangen losse tassen voor persoonlijke spullen, de zonneklep is met magneten vastgeklikt en kan als damestas worden gebruikt, een achterklep van gekreukeld karton met bladgoud, ramen met een print van een voorbijflitsend landschap, wielen uit één vorm gegoten van transparante kunststof met een laag rubber eromheen. Van BMW kregen ze carte blanche, vivid minimalism was de enige opdracht. Google op Colour One for Mini en je krijgt verschillende sites met dit minimale autootje.

Behangpapier, dat je kunt gebruiken als krijtbord en het is magnetisch, zodat je er van alles op kunt hangen, boodschappenlijstjes, tekeningen, foto’s, briefjes. Een behangbord dus. Per rol te koop. Ontworpen door grafisch ontwerpbureau Mazout.  www.groovymagnets.com

Twee boeken over actuele zaken. De Syrische schrijfster Samar Yazbek kreeg in 2013 de Oxfam Novib/PEN Ward voor vervolgde schrijvers. Ik las onlangs haar “A woman in the crossfire” over de eerste vier maanden van de Syrische opstand. Afbeeldingsresultaat voor samar yazbek

Zij komt uit een prominente alawitische familie, die het regime van Assad steunt en haar nu als een verrader beschouwt, die schande over hen heeft gebracht. Deze eigenzinnige vrouw profileert zich als Syrische, niet als alawitische en sloot zich drie jaar geleden aan bij de demonstraties tegen Assad. In haar boek beschrijft ze wat dat voor gevolg had. Doodsbedreigingen, haatmails, bizarre brieven en de autoriteiten gingen nog veel verder. Van de veiligheidsdienst kreeg ze een rondleiding door cellen, waar activisten zaten opgepakt. “Ze hingen met hun handen aan metalen klemmen en hun tenen raakten net de grond. Bloed liep over hun lichaam naar beneden: vers bloed, opgedroogd bloed, diepe wonden waren over hun hele lichaam gekerfd, als de verfstreken van een abstracte schilder.” In een andere cel zag ze een man, wiens rug met een mes was opengespleten. En zo ging het cel na cel.” Ze is niet erg optimistisch over de huidige situatie in Syrië. “De wereld heeft Syrië geen hoop geboden. Politieke belangen van bepaalde landen zorgen ervoor dat het regime van Assad het langer volhoudt en wat er nu aan gruwelijks gebeurt, is met geen pen te beschrijven.” Nee, ook de EU kijkt weg. Al die Syrische vluchtelingen, die bang zijn, dat hun hetzelfde overkomt als wat Yazbek in haar boek beschrijft, stappen voor veel geld in gammele bootjes en verdrinken voor de Italiaanse kust, omdat wij te beroerd zijn hier iets aan te doen. Shame on you. In Brussel zou iedere minister dit boek op zijn bureau moeten hebben liggen en er verplicht iedere morgen 5 minuten in moeten lezen.

En de bewindslieden van het ministerie van Veiligheid en Justitie in Nederland zouden het boek van Bart de Koning “De veiligheidsmythe. Over politie, justitie en misdaad in Nederland” verplicht moeten lezen. Hij prikt allerlei mythes door en toont op basis van verschillende onderzoeken aan, dat meer blauw op straat Nederland niet veiliger maakt en zero tolerance niet het gewenste effect heeft. Zo lanceerde het duo Opstelten en Teeven in de tijd, dat ze het ministerie nog onveilig maakten, bijna wekelijks voorstellen, die steeds neerkwamen op harder straffen en niet teveel zeuren over privacy. Teeven lanceerde bijvoorbeeld een plan voor adolescentenstrafrecht, waardoor minderjarigen die een ernstig delict begaan veel langer kunnen worden opgesloten dan nu het geval is. En wij zijn al de Europees kampioen kinderen opsluiten, aldus de Koning. “Het percentage jeugdige gedetineerden is 11,7 van het totale aantal gevangenen, tegen een Europees gemiddelde van 1,8.” Een boek vol ontnuchterende feiten en cijfers op een zeer leesbare manier gebracht. Mooie uitspraak van de Koning:”De Romeinen noemden strafrecht het laatste redmiddel, tegenwoordig is dit het eerste wapen waarnaar politici grijpen.”

En dan nog dit:

In de East River ligt op tien minuten varen van New York een onbewoond eilandje, waar niemand mag komen. De laatste bewoners verlieten North Brother island in 1963 en sindsdien is het acht hectare grote eiland overgeleverd aan de natuur. Een spookeilandje dus, waar flora en fauna de overblijfselen van oude gebouwen overwoekeren. Eind negentiende eeuw verrezen hier paviljoens voor immigranten uit Europa, die besmettelijke ziekten hadden en in quarantaine werden gehouden, een beetje vergelijkbaar met de Europese pesthuizen. De oudste gebouwen dateren uit 1885 en het jongste, een reusachtig tuberculosepaviljoen van architect Lichfeld, uit 1942. De fotograaf Christopher Payne ging er met toestemming vijf jaar lang regelmatig heen en wat hij fotografeerde is adembenemend en wonderschoon. Zijn ontdekkingsreis begint bij de verlaten veerbootpier en gaat dwars door het eiland. Een badkamer van de staf met een open wand naar het bos als een huiveringwekkend theaterdecor, weggezakte betonnen stoepranden langs de lanen, die weer tevoorschijn komen door de wortels van omgewaaide bomen, ijskasten, bedspiralen, brancards, sleutelborden, alles is er nog, want men is vertrokken zonder iets mee te nemen, bang voor ultieme besmetting. Aftakeling en overwoekering op een plek midden in New York, waar niemand meer is en de bewoonde wereld steentje voor steentje verdwijnt. Beklemmend, maar van een ongelooflijke schoonheid.

Christopher Payne: North Brother Island. Fordham University Press.